Het Stadmakerscongres 2023 is voorbij. Graag tot 15 november 2024!
In een wereld waarin we niet anders meer kunnen dan ons verhouden tot natuur, is juist voor de stad een glansrol weggelegd. Wat als je de stad als natuurgebied zou beschouwen? Hoe kijken we dan naar wat er al is en gaan we om met toekomstige ontwikkelingen. En als we nadenken over de stad in het jaar 2125, welke weg moeten we dan nú inslaan? In twee panelgesprekken verkennen we deze toekomstbeelden.
Eerste gesprek: Water & bodem
Na een introductie van Marian Stuiver wordt er in het eerste panelgesprek uitgedaagd om te denken vanuit het jaar 2125, gericht op water en bodem. Marian Stuiver is programmaleider Groene Steden bij Wageningen University & Research, spreker en auteur op onderwerpen als duurzame voedselvoorziening voor steden, natuurontwikkeling in de stad en klimaatrechtvaardigheid. Haar hoofdtaak is om het onderwerp Groene Steden, nieuwe partnerschappen, de maatschappelijke impact en de kwaliteit van kennisontwikkeling te versterken in samenwerking tussen kennisinstellingen, maatschappelijke partijen, bedrijven en overheid.
Na de inleiding schuiven aan in het panel: Vera Konings (adviseur Waterveiligheid gemeente Rotterdam), Jasper Hugtenburg (landschapsontwerper, Toolbox Biodiversiteit), Eileen Stornebrink (ontwerper Studio Inscape) en Lonneke Zuijdwijk (ontwikkelaar Heijmans Vastgoed).
Tweede gesprek: Samen werken aan een groene parkstad
Het tweede panelgesprek richt zich op het idee van Rotterdam als groene parkstad. Door de lens van Rotterdam als park zie je niet alleen dat er al veel is, maar ligt er ook een kans om al bestaande initiatieven en plekken met elkaar te verbinden met een gemeenschappelijk verhaal. In het panel schuiven aan: Johan Verlinde (gemeente Rotterdam, Rotterdams Weerwoord), Anne Karin ten Bosch (Stadspark West en Voorzitter Volkstuinvereniging Blijdorp), Niels de Zwarte (bureau Stadsnatuur, Natuurhistorisch Museum) en Catherine Visser (DAF Architecten en Essenburgpark).