Laat stadmakers binnen de lijntjes kleuren

Beeld: Iris van den Broek

Creatieve Rotterdammers die plekken van onderop beter maken. De stad heeft veel te danken aan haar stadmakers en burgerinitiatieven en loopt er graag mee te koop. Maar het wordt tijd dat de magie van experiment en lef plaatsmaakt voor een meer volwassen rol van burgers in planvormingsprocessen. Dat stellen prominente stadmakers tijdens de SMC Meetup #2 ‘Ruimte voor initiatief’: we willen geen aai over de bol, dit is het nieuwe normaal.

  • 03.12.2020
  • Artikel
  • door Pieter Graaff

Voor de toegankelijkheid van Rotterdam is blijvende ruimte voor initiatief en maatschappelijke programmering van groot belang. Dat gaat echter niet vanzelf, tot onvrede van de stadmakers. De initiatiefnemers die al hun vindingrijkheid en vrije tijd inzetten om maatschappelijke waarde aan de stad toe te voegen, zien dat hun ideeën gretig onthaald worden. Maar tegelijkertijd kunnen ze op weinig concrete medewerking of erkenning rekenen.
Het gesprek hierover vindt plaats in de context van een kritisch artikel in NRC (‘Je mag wel praten maar niet meedoen’), waarin prominente stadmakers betogen dat er buiten het congres nauwelijks naar hen geluisterd wordt. Direct voorafgaand aan het gesprek vond bovendien een andere sessie van het Stadmakerscongres plaats over het ‘Stadmakersfonds’ als middel om de meerwaarde die stadmakers genereren te verzilveren. Tel daar het proefschrift van Michiel Stapper bij op waarin gesteld wordt dat de manier waarop veel participatie nu georganiseerd wordt de sociale ongelijkheid in steden vergroot. Wat moet er veranderen?
Bekijk hieronder het gesprek terug met de initiatiefnemers en onderzoekers:

Sleutelfiguren voor sociale veerkracht
Beitske Boonstra, die vanuit de EUR de relatie tussen burgerinitiatieven en stedelijke ontwikkeling onderzoekt, benadrukt de verbindende rol die stadmakers vervullen. Zij maken van zaken waar ze als bewoner mee te maken krijgen, hun werk. Daarbij verbinden ze initiatieven met plekken en ideeën aan organisaties. Die betekenis van stadmakers als schakels in het ecosysteem van de stad is volgens Boonstra onderbelicht. Deze netwerken blijken van vitaal belang in tijden van crisis.
Een illustratie daarvan levert Robbert de Vrieze met het Zelfregiehuis in Bospolder-Tussendijken. Vanuit die community werd dit voorjaar razendsnel een informeel netwerk opgezet om elkaar te ondersteunen tijdens de lockdown. Van deze verankerde voorbeelden van sociale veerkracht worden de maatschappelijke afdelingen van de gemeente gelukkig. Maar tegelijkertijd bedenkt de gemeentelijke vastgoedafdeling dat het pand van waaruit dit allemaal gebeurt, tegen de hoogste prijs verkocht moet worden. Daarmee miskent zij de maatschappelijke waarde van pand en snijdt de burgers ook de pas af om een lopende verkenning naar een duurzaam financieringsmodel te voltooien. Als burgerinitiatief kun je niet op korte termijn bieden zonder voorwaarden, een belegger kan dat wel.
Ongelijke kansen
De stadmakers aan tafel weten met hun expertise en connecties steeds nieuwe wegen te bewandelen om met dit soort tegenslagen om te gaan. Maar dat geldt niet voor minder ervaren burgers. Hoe kan de gemeente ervoor zorgen dat de ervaren stadmakers de wegbereiders kunnen zijn voor al die kleinere initiatieven die zonder deze expertise en netwerken stranden? Daarover doet het rapport Burgers op de Bres van de Rekenkamer Rotterdam uitspraak.
Eva Bosch licht als één van de auteurs de conclusie toe dat de gemeente burgerinitiatieven niet serieus genoeg neemt. Naast vele voorbeelden van loze beloften blijkt dit omdat de gemeente niet kijkt wat de initiatieven opleveren. Ze brengt hun waarde niet in kaart en er wordt niet geëvalueerd. Daarmee blijven succesvolle burgerinitiatieven uitzonderingen en worden lessen niet gedeeld.
Een klant is niet interessant
De gemeente belooft als reactie op het rapport loketten te openen en klantreizen te maken. Maar daarmee vergroot zij juist de afstand tot de burgerinitiatieven, stellen de gespreksdeelnemers. Zij zijn immers geen klanten die iets vragen, maar hebben iets te bieden. Toch kan zo’n loket behulpzaam zijn voor kleinere initiatieven die niet de nodige ervaring en connecties hebben. Uiteindelijk gaat het erom, concludeert ruimtemaker Frans Soeterbroek, dat de gemeente geen ambtenaren aanwijst om uitzonderingen mogelijk te maken, maar zichzelf de fundamentele vraag stelt wie er gaat over de inrichting van de stad.
Bas van den Berg van de Keilewerf blijft er optimistisch onder. Hij zegt als hoofdhuurder van gemeentelijk vastgoed meer gelijkwaardig om tafel te zitten met gemeente én ontwikkelaar. Daarbij is zijn programmering onderdeel van de gebiedsontwikkeling, die inhoudt dat het gebouw over een paar jaar plat gaat. Ook ontwikkelaars zijn op zoek naar hoe het anders kan. Zij zijn gefrustreerd dat ze binnen strikte tenderprocedures niet met lokale partijen mogen praten. En ze schrijven steeds vaker burgerinitiatieven in hun plan, omdat die de sjeu aan zo’n ontwikkeling geven.
Draai de bewijslast om
Door de juiste mix van gebruikers aan te trekken creëren plekken als de Keilewerf synergie en meerwaarde, waarvan onderzocht wordt hoe die behouden kan blijven als het pand verdwijnt. Van den Berg kan lagere huurprijzen aanbieden aan gebruikers die andersoortige waarde toevoegen. Het is verdedigbaar dat burgerinitiatieven ook zo’n ongelijk speelveld krijgen zodat ze een gelijke kans maken.
Burgerinitiatieven zijn veel tijd kwijt om te bewijzen dat zij maatschappelijke waarde toevoegen. En de overheid is bang om vriendjespolitiek te bedrijven. Want hoe maak je het onderscheid tussen een sympathiek burgerinitiatief en een huisjesmelker? De bewijslast die stadmakers bij elkaar rapporteren is volgens de aanwezigen overbodig wanneer ambtenaren genoeg feeling hebben met de plekken waar het om gaat. Werken op locatie is dan ook stap 1. Dat de torens momenteel leegstaan en ambtenaren vanuit huis werken, kan daarbij een schitterend ongeluk genoemd worden. Maar draai desnoods de bewijslast om en laat commerciële partijen die de hoogste prijs bieden ook bewijzen dat ze dezelfde maatschappelijke waarde leveren.
Pieter Graaff heeft naar aanleiding van Meetup #2: Ruimte voor initiatief dit artikel geschreven.
Over Meetup SMC
Wekelijks organiseert AIR online gesprekken met Rotterdamse stadmakers. De Meetups halen verschillende opgaven op die anno 2020 spelen in de stad. De gesprekken met Rotterdamse initiatiefnemers schetsen een beeld van een open stad in een uitzonderlijk jaar. Welke kansen en ambities zien we voor een compacte stad en waar vinden we ruimte voor beweging, ontmoeting en voor initiatief?