Ademruimte

Beeld: Iris van den Broek, Dakpark

In SMC Meetup #1 zoeken we naar slimme en verbindende oplossingen in het organiseren van de ruimte ten behoeve van gezondheid, rust en ademruimte in de stad. Waar liggen de kansen en waar zitten de uitdagingen?

  • 10.12.2020
  • Artikel
  • door Justin Agyin

De ontwerpers en initiatiefnemers in deze sessie laten zien dat er bruggen geslagen kunnen worden tussen instellingen en omwonenden door kansen voor bepaalde plekken zichtbaar te maken en intensief samen te werken. Elk project draagt op zijn eigen schaal bij aan de grote opgaven waar de stad voor staat zoals: gezondheid, inclusiviteit en klimaat.
Bekijk hieronder het gesprek met de ontwerpers en initiatiefnemers:

Ewoud Dekker en Marja de Bruyn (Stichting Plezierrivier de Rotte) trappen de sessie af en laten zien hoe ze als onderdeel van een groep enthousiaste vrijwilligers de naam gevende rivier op de kaart hebben gezet. Door letterlijk een kaart van de Rotte te maken, onderzoeken ze de potentie van de rivier en aangrenzende gebieden. Hiermee lukt het hen om langs het achttien kilometer lange traject van de Rotte partijen en gemeenten samen te brengen, want: “wie de Rotte beleeft, ervaart geen gemeentegrenzen”.
De rol van de stichting verschuift nu naar maatschappelijke programmering en ontwikkeling in de aangrenzende wijken. Onder meer het planten van 120 fruitbomen, een cadeau van Staatsbosbeheer, maakt dit concreet. De eerste, een Croosboom in Crooswijk, is geplant met kinderen uit de wijken grenzend aan de Rotte. Zo wordt verbondenheid met de plek, het groen én de Rotte gecreëerd. Hetzelfde geldt voor de recent gelanceerde open oproep voor de ‘Poort van Noord’, de plek waar de rivier de stad in stroomt. Hiermee wordt beoogd de kwaliteiten en beleving van het water en groen verder voor het voetlicht te brengen.
Catherine Visser (de Groene Connectie) toont hoe met groenontwikkeling en –beheer, integraal aan positieve gezondheid gewerkt kan worden. Naast bewegen en talentontwikkeling, wordt mensen een kans gegeven ergens bij te horen en mee te doen. Door op creatieve manieren te kijken naar plekken die uniek zijn en deze te ontsluiten middels olifantenpaadjes is het initiatief in de loop der tijd uitgebreid. Van een moestuin langs het voormalige ‘Fruitlijntje’, tot een heus parelsnoer over de Spaanse Bocht, het Dakpark en de Heemraadsingel, die verschillende groene initiatieven in Delfshaven aan elkaar rijgt.
Ondanks dit ogenschijnlijke robuuste fysieke en sociale netwerk, merkt Visser op dat de uitgangspositie vanuit tijdelijkheid toch een grote uitdaging blijft. Zo wordt de moestuin langs het spoor onder het mom van groenbeheer gedoogd, zolang het geen overlast oplevert. Volgens Visser is het vormen van een netwerk van diverse stakeholders essentieel om een zekere mate van slagkracht te krijgen. In het Essenburgerpark, bijvoorbeeld, werkt ze nauw samen met het Waterschap en de gemeente, waardoor ze meer toegang heeft tot beslissingen op beleidsniveau, wat gunstig is om over de toekomstperspectieven van dergelijke initiatieven te praten.
Ook bij Hockeyclub Feijenoord blijkt de tijdelijkheid van het initiële initiatief een uitdaging voor de continuïteit van het project, licht Paul Veldhuijzen (Hockeyclub Feijenoord) toe. Toen hij met de sportclub midden in Feyenoord begon op een braakliggend bouwterrein lukte het om kinderen van verschillende buurten samen te brengen en te laten sporten. Dit was de kracht van de locatie, volgens Veldhuijzen. Toen het bouwkavel later toch weer ontwikkeld moest worden en de club moest verhuizen, nam het aantal kinderen uit lage inkomenswijken verhoudingsgewijs af. Puur door de langere reisafstand en verminderde zichtbaarheid. Hockeyclub Feijenoord klaagt zeker niet met het prachtige alternatief in het Stadionpark met een heus clubgebouw. Sinds de club weg is uit de wijk groeien ze wel, maar signaleren ze dat het een minder diverse en inclusieve club wordt. Daarmee wordt het minder een afspiegeling van Rotterdam Zuid. Veldhuizen houdt dan ook een pleidooi voor de introductie van sport- en beweegquota naast, of in plaats van, parkeerquota. Het levert misschien niet direct geld op, maar agendeert wel de noodzaak van sport en bewegen en maakt de ruimte die het in moet nemen in de wijk vanzelfsprekender.
Deze vanzelfsprekendheid benoemt ook Froukje van de Klundert (PosadMaxwan) vanuit de geschiedenis van de discipline stedenbouw. Het vak als geheel, maar ook volkshuisvesting, de woningwet en de Rotterdamse singels komen allemaal voort uit het op grote schaal, integraal nadenken over licht, lucht en ruimte voor een gezonde stad waar sport en beweging onderdeel van zijn. Dit zijn we sinds de jaren negentig vergeten en nu lijken we dat te hebben herontdekt. Wat volgens van de Klundert wel nieuw is aan de huidige ontwikkelingen, is dat er veel breder gekeken wordt en er veel meer informatie is gezondheidsproblemen en ziektebeelden.
Om vervolgens gezondheid in de stad integraal aan te pakken komen naast normen en quota, waar het op beleidsniveau vaak over gaat, ook zachtere aspecten kijken als het programmeren van plekken om te spelen. Om dit te doen heeft PosadMaxwan gewerkt aan een ‘Healthy Urbanization Toolbox’ waarbij ruimtelijke oplossingen zijn ontwikkeld voor gezonde verstedelijking. Door het ontwerp van de openbare ruimte worden mensen gestimuleerd om gezondere keuzes te maken (nudgen) en wordt sport op een uitnodigende manier geïntegreerd in de openbare ruimte.
Hoe dit soort performatieve openbare ruimte eruit kan zien laat Cees van der Veeken (LOLA Landscape Architects) zien met het project Feyenoord City en hun ontwerp voor de Adidascampus. Daar wordt al tijdens het ontwerpproces integraal nagedacht over sport en bewegen in de openbare ruimte. Door op andere manieren naar de relatie tussen gebouwen en omgeving te kijken en sport, spel en natuur te betrekken, lukt het om nieuwe dimensies van de beleving van de stad te creëren, maar ook mensen samen te brengen en te binden aan de plek. Daarnaast kunnen mensen als ze de deur uitstappen ook meteen gaan sporten, want “je moet naar de mensen toe om ze te laten bewegen,” volgens Van der Veeken.
Tot slot brengt Mariëlle Beenackers (onderzoeker Erasmus MC) nog in dat er ook een wetenschappelijke basis ten grondslag ligt aan dergelijke ontwerppraktijken en instrumenten. Beenackers doet de komende jaren intensief onderzoek naar de relatie tussen gezondheid en stedelijke verdichting en kijkt daarbij onder andere naar wat de gezondheidsvoordelen van compactheid zijn en of er een optimum is. Hierbij probeert ze inzicht te krijgen in de trade-offs tussen verdichting en bewegen in de stad. Uit eerdere onderzoeken in de Verenigde Staten en Australië is al gebleken dat er een positieve interactie bestaat tussen een bepaalde mate van dichtheid om te ontmoeten en actief te bewegen te stimuleren waarmee de autoafhankelijkheid teruggedrongen wordt.
Met de verdichtingsopgaven in Rotterdam is er veel potentie om in de verdere verstedelijking van de stad volop na te denken over het werken aan de compacte stad met ruimte voor sport en bewegen. In dit opzicht dient gezondheid wellicht meer geïntegreerd te worden in het ruimtelijk beleid van gemeenten. Gemeenten willen heel graag, maar zijn zoekende naar hoe ze dit in praktijk kunnen brengen. Ontwerpers worden gevraagd om een omslag in het denken en doen te bewerkstelligen middels toolboxen en actieplanachtige producten. Met de besproken initiatieven en projecten is aangetoond hoe met relatief weinig middelen, creatief denken en ontwerpkracht er een grote impact op stads- en buurtniveau gemaakt kan worden, waarbij sport naar de mensen toegebracht wordt om vervolgens daarmee ook mensen dichter bij elkaar te brengen en te betrekken bij hun leefomgeving.
Justin Agyin heeft naar aanleiding van Meetup #1: Ademruimte dit artikel geschreven.
Over Meetup SMC
Wekelijks organiseert AIR online gesprekken met Rotterdamse stadmakers. De Meetups halen verschillende opgaven op die anno 2020 spelen in de stad. De gesprekken met Rotterdamse initiatiefnemers schetsen een beeld van een open stad in een uitzonderlijk jaar. Welke kansen en ambities zien we voor een compacte stad en waar vinden we ruimte voor beweging, ontmoeting en voor initiatief?
Lees hier het artikel over Meetup SMC #2: Ruimte voor initiatief door Pieter Graaff.