De ontwikkelingen op Zuid gaan razendsnel. Zo komen er de komende jaren splinternieuwe buurten bij, zoals De Kaai en Rotterdams Tij. Daarnaast staan er grote infrastructurele veranderingen op de agenda, zoals een derde oeververbinding tussen Kralingen en Feijenoord én een nieuw station, Rotterdam Stadionpark. Wat betekenen al deze ontwikkelingen voor de bestaande stad? Tijdens het Stadmakerscongres 2024 gingen verschillende specialisten hierover met elkaar in discussie tijdens de werktafelsessie ‘Stadmaken in Feijenoord’.
Wisselwerking tussen nieuw en bestaand
“Waarom het belangrijk is dat we met elkaar over Feijenoord praten? Zodat de nieuwe ontwikkelingen kunnen profiteren van de bestaande stad en andersom”, legt Mattijs van Ruijven uit, hoofd stedenbouwkundige bij de gemeente Rotterdam. Zijn collega Maurice Boumans beaamt dit. Hij neemt de aanwezigen in Studio Doro van Theater Zuidplein mee in een stukje geschiedenis van het stadsdeel. Van de belangrijke water- en spoorweg tot de ‘postzegels’ met woningbouw in de loop van de vorige eeuw, de veranderende rol van de Oranjeboomstraat en het verdwijnen van grote werkgevers zoals Hunter Douglas.
De Willems-as als onderlegger
In 2018 werd een eerste visie gemaakt voor het gebied: de ‘Willems-as’, die grofweg loopt van Blaak tot Stadionpark. Stedenbouwkundige en planoloog Sebastian van Berkel ontwikkelde vanuit MUST Amsterdam samen met de gemeente Rotterdam drie ontwikkelscenario’s voor de Willems-as. Maar inmiddels zijn we zes jaar verder en heeft Feijenoord ook niet stilgestaan. Waar liggen kansen? Welke plekken vormen de spreekwoordelijke lijm in de Willems-as? En hoe kunnen nieuwe ontwikkelingen optimaal voortbouwen op en samenwerken met de ruimte in de wijk en de initiatieven die daar spelen?
Met deze vragen gaan de deelnemers aan de slag aan acht werktafels met verschillende thema’s, variërend van cultuur, sport en nachtleven tot arbeid en mobiliteit. Tijdens de sessie kleuren Van Berkel en zijn collega Björn Mensink de ‘oogst’ in op een metersbrede zwart-witkaart van het gebied.
“Nieuwe ontwikkelingen in Feijenoord moeten kunnen profiteren van de bestaande stad en andersom.”
Mattijs van Ruijven, hoofd stedenbouwkundige bij de gemeente Rotterdam
Het bestaande als basis
De bestaande stad is een terugkerend thema aan elke tafel. Het bestaande is de basis, en zou het uitgangspunt moeten zijn voor elke nieuwe ontwikkeling. Dit betekent ook dat grote gebaren niet altijd nodig zijn. Er wordt gesproken over het revitaliseren van de Oranjeboomstraat, en zeker ook de dwarsstraten van de Willems-as. Het Hunter Douglas-terrein zou een proeftuin kunnen worden waar de identiteit van de wijk naar voren komt. Met bedrijvigheid gericht op het water, en ruimte voor verschillende soorten werk en een cultureel programma. En Feijenoord heeft misschien geen musea of een groot poppodium, maar om echt een waardevolle verbinder te kunnen zijn moeten zulke initiatieven ontstaan vanuit de behoefte van de bewoners, van de community.
Betere bereikbaarheid
Ook over mobiliteit en het openbaar vervoer wordt veel gesproken. De bereikbaarheid van het gebied is slecht, dat is een gegeven. Door die slechte bereikbaarheid blijft de ruimtelijke ontwikkeling achter. Maar ook op dit gebied concluderen de deelnemers: in de bestaande voorzieningen zit de kracht. Investeer niet in een nieuwe en dure tramlijn, maar breid het busnet uit – in de elektrische bus zit de toekomst. Over het doortrekken van de Willemsbrug met een nieuwe verlengde brug over de Koningshaven om de Oranjeboomstraat te verbinden, moet goed nagedacht worden, klinkt het daarnaast aan de tafels. Misschien is een herwaardering van de al bestaande Koninginnebrug waardevoller.
Benut het water
Er wordt ook gediscussieerd over de kansen van het water en de oevers, over het water als ‘identiteitsdrager’ van de wijk. “De stad is het mooist vanaf de rivier”, mijmert een van de deelnemers. De bereikbaarheid naar het water toe moet daarom beter, en de oevers moeten worden vergroend. En mensen moeten het water in kunnen, bijvoorbeeld om te zwemmen. Zou dit in Feijenoord kunnen in havens die niet worden gebruikt, zoals de Persoonshaven? Aan een andere tafel worden wandelroutes uitgedacht. Hoe kun je van de Oude Haven naar de Kuip lopen? En hoe maak je dat leuk, met groen, water, havens en historie?
Meer verbinding
De rode draad van de werktafelsessie is toch wel verbinding. Verbinding tussen plekken en voorzieningen, tussen een gemixt stedelijk programma, een sterke bereikbaarheid met ov en fiets, ruimte voor initiatieven en de bestaande wijken. Maar zeker ook over verbinding tussen mensen en sociale verbanden. Uiteindelijk gaat het erom dat mensen zich welkom voelen in de stad, klinkt het aan de tafel over cultuur in de Willems-as. Dat we naar buiten kunnen, en plekken hebben om elkaar te ontmoeten. Het Hefpark is ontstaan vanuit een bewonersinitiatief – zulke plekken zouden nog veel meer gefaciliteerd moeten worden.
Na anderhalf uur is de zwart-witkaart van de Willems-as inmiddels aardig ingekleurd. Van Ruijven rondt de sessie af met een korte rondgang langs enkele tafels. Een mooie oogst, concludeert hij. “Feijenoord verdient het om over nagedacht te worden.” Alle opgehaalde wensen, kansen en behoeftes zullen worden gebundeld voor een volgende uitwerking van een visie voor het Feijenoord van de toekomst.