Beitske Boonstra over de volgende stap van het stadmaken

Stedenbouwkundige en planoloog Dr. ir. Beitske Boonstra is oprichter van het onderzoeks- en adviesbureau BecomingPlanner. Daarnaast geeft ze drie dagen per week les aan de Universiteit van Gent.

Hoe ben je betrokken bij deze editie van het Stadmakerscongres?
“Ik heb van 2009 tot 2015 promotieonderzoek gedaan naar stedelijke ontwikkeling en burgerinitiatieven en hoe die zich ontwikkelen. Uiteraard kwam ik toen ook als bezoeker naar het congres. Dit jaar geef ik samen met Jeroen Niemans (Ruimtevolk) vorm aan een middagprogramma. Het gaat voornamelijk over de toekomst van het stadmaken. De afgelopen jaren is er veel gebeurd, wat zijn de rode lijnen? Hoe verankeren we het stadmaken in de toekomst? Want de crisis is voorbij, we gaan weer ‘serieus’ aan de slag. Tegelijkertijd is er een gedeeld verlangen om met de praktijk van het stadmaken door te gaan. Deze manier van werken heeft veel opgeleverd.”
Wat maakt het Stadmakerscongres dit jaar extra interessant?
“Nou, ieder jaar is het congres toch weer anders. In het begin werd het licht geworpen op het ontstaan van een nieuwe praktijk. Nu gaat het meer over het vieren van de brede interesse van die aanpak. Tegelijkertijd voelt deze editie voor mij als een kritiek moment. Gaan we door met stadmaken, of is het voorbij? En als we dan doorgaan, hoe?”
Wat denk jij zelf?
“Ik geloof erin, absoluut. Wat daar wel voor nodig is, is dat we het stadmaken en de manier waarop we op een gedeelde manier naar de stad kijken als normaal gaan beschouwen. Die samenwerking tussen bewoners, kleine ondernemers, grote bedrijven en overheden. Dat is een heel hybride samenstelling. Als dat dé manier wordt, dan hebben we het te pakken. We moeten al die initiatieven dan ook niet meer als een uitzondering neerzetten, dan verlies je het. Overigens betekent dat weer niet dat we het moeten vastleggen in een instrumentarium, want beweging hoort juist bij deze aanpak. Kortom, we hebben een cultuuromslag nodig. De vraag moet eigenlijk worden: ‘Hoezo was er een andere manier van stadmaken?’.”
Wat hoop je te leren op het Stadmakerscongres?
“Ik ben vooral benieuwd over het tempo van stadmaken. Ik heb tot nu toe vooral gesproken met mensen die heel diep in dat stadmaken zitten. De vraag is: zijn dat de voorlopers of de brede middenmoot? En hoeveel overtuigingskracht is er nodig om dit normaal te maken? Verder wil ik vooral ideeën ophalen over hoe we dat stadmaken normaal maken, ervaringen uitwisselen. Wat dat betreft hoop ik echt dat onze sessie ontzettend interactief wordt. Geen sessie waarbij je alleen komt kijken en luisteren, maar juist waar je je ideeën deelt. De mensen die in de praktijk bezig zijn, die hebben een veel doorleefdere visie dan ik. Met die mensen wil ik in gesprek!”