Malique Mohamud is schrijver, programmamaker en artistiek leider van Concrete Blossom: hét platform voor ‘dwarse denkers, beeldenstormers en bruggenbouwers die streven naar een inclusieve samenleving’. We vroegen hem naar zijn redenen om zich aan te sluiten bij het Stadmakerscongres 2017.
Hoe raakten jullie betrokken bij het Stadmakerscongres 2017?
Malique: “We wilden eigenlijk zelf een symposium in Rotterdam organiseren. We merken aan gesprekken en het leven in de stad dat inclusiviteit nauwelijks op het programma staat. Toen we in gesprek raakten met AIR over dit onderwerp, zagen we dat onze plannen enorm op elkaar aansloten. Hoewel we normaal onafhankelijk werken, beseften we dat we samen meer impact kunnen maken. Want als je dat voor elkaar wilt krijgen, is het belangrijk om de juiste partners en stakeholders te ontmoeten. Aansluiting bij het Stadmakerscongres was dus de meest logische keus. Er zit daar heel veel expertise, maar we boren tegelijkertijd wederzijds een nieuw netwerk aan. Wat ons betreft is dit echt hét voorbeeld van hoe inclusiviteit kan werken: gelijkwaardig met ruimte voor ongemak en debat.”
Wat maakt meedoen zo interessant?
“De samenwerking met AIR is voor ons ook een onderzoek. Hoe kunnen wij vanuit de periferie een samenwerking aangaan met het ‘machtscentrum’? Meedoen aan het Stadmakerscongres is voor ons een interessante uitdaging. AIR bekent dat ze wat inclusiviteit betreft bepaalde expertise niet in huis hebben of kunnen inwinnen in de stad. Voor ons betekent het dat we vanuit de periferie midden in het machtscentrum komen. Dat zichtbaar maken van netwerken en expertise voor elkaar, dat maakt het boeiend. Wat wij op onze beurt hebben gemerkt, is dat je jezelf ook kan verliezen in bepaalde delen van de samenleving. En het is heel simpel, het stadhuis heb je nodig. Onze tone of voice en manier van werken sluit daar niet altijd op aan. Die van AIR wel. Wat nu gebeurt is dat beide partijen, zonder in te boeten op eigenheid en authenticiteit, een nieuw netwerk bereiken. Natuurlijk gaat dat niet zonder slag of stoot, we hebben beide onze eigen werkwijzen. Maar we leren van elkaar dat er op verschillende manieren geopereerd kan worden. Daarvoor is vertrouwen nodig, om waardering te ontwikkelen. Voor ons is dat interessant, we zitten ineens aan tafel met projectontwikkelaars en woningcorporaties. We lopen niet weg voor verantwoordelijkheid.”
Waar kijk je zelf naar uit?
“Natuurlijk zijn er binnen het Stadmakerscongres meerdere programmalijnen met interessante programmaonderdelen. Uiteraard blijft voor ons inclusiviteit de hoofdlijn, ons programma sluit aan op de kern van het congres. Jammer genoeg heb ik zelf geen tijd om al te veel andere dingen te ontdekken, want ik hoor veel interessante dingen langskomen. Aan de andere kant, ook voor onszelf valt er nog genoeg te leren wat inclusiviteit betreft. Het is echt ‘learning by doing’. Ineens zitten er architecten en stedenbouwkundigen die zich bezighouden met inclusiviteit, in het Concrete Blossom collectief. Ik leer een hoop nieuwe dingen bij.”
Waar hoop je op voor de toekomst?
“Voor ons is het Stadmakerscongres een vliegwiel. We denken nu aan de roadmaps die we willen maken voor het inclusiever maken van deze stad. De samenwerking met AIR en wat het tot nu toe oplevert, geeft mij hoop dat ontmoeting mogelijk is. Als we het op een soms ongepolijste manier voor elkaar kunnen krijgen, biedt dat hoop voor andere sectoren als cultuur en samenleving. Rotterdam is door haar unieke samenstelling wat dat betreft een voorbeeld voor de wereld. Wat meteen betekent dat we die wereld aan het veranderen zijn.”
Op 7 november organiseert Concrete Blossom in Arminius een voorprogramma op het Stadmakerscongres. Op 10 november organiseren zij zowel ’s ochtends de excursies Decolonising public space, Inclusieve gentrificatie, Emancipate your creativity, en Wordt Zuid het nieuwe Brooklyn? als een middagprogramma met Rewriting the institution, Blueprint: Who’s urban appropriation is this en Wrap-up: Hoe hacken we de stad?